Big Willem houdt gezellig de handrem erop
Van Kreidler Ploeg Oost naar de Hells Angels. Voormalig Hells Angel “Big Willem” van Boxtel (70) heeft door misdaadjournalist Vico Olling het relaas van zijn leven laten opschrijven. Dat leven was een rollercoaster vol vechtpartijen, jongensavonturen en een angstige verwikkeling in moorddadige intriges rond de criminelen Willem Holleeder en Wim Endstra.
Door @Wim van de Pol
Het boek Big Willem meldt ‘een autobiografie’ te zijn. Van Boxtel zelf deelt erin inhoudelijk de lakens uit, zoals hij dat ook deed als leider van de motorclubs die hij (mede) oprichtte. Totdat hij die lakens niet meer uitdeelde, en werd verwijderd uit de Hells Angels. Die val maakt van zijn epos een tragedie, eentje die wel in rustig vaarwater eindigt.
Met het Brabantse Boxtel zegt Van Boxtel nooit enige band te hebben kunnen vinden. Zijn stamgronden liggen in Amsterdam-Oost, om precies te zijn in het oostelijke stuk van de Indische Buurt, naast het Flevopark. Vijf minuten fietsen (op een oude ‘kolere-fiets’) in de richting van het Oostelijk Havengebied lag een slachthuis waar hij als jonge man tussen het bloed en de ingewanden zwaar werk verrichtte.
Pikken
Van Boxtel had een neus voor handel. De geslachtsdelen van de stieren werden zomaar weggegooid. ‘Dus ik had heel vaak een kar vol met pikken met af en toe een stukkie vlees eraan’. Een vriend vermaalde ingewanden tot goed verkopend hondenvoer. En Willem’s stierenvlees bleken de honden ook heerlijk te vinden. Hij pakte daarmee soms tot wel duizend gulden in de week.
Zo’n bedrag was in de jaren zestig geen klein bier. Zijn eerste brommer was een Puch, maar al snel kwam er een Kreidler, en met een vriendenclub ontstond de Kreidler Ploeg Oost. Er waren tal van andere “ploegjes” in Amsterdam, bijvoorbeeld op een Zündapp, die met elkaar allerlei territoriale twisten uitvochten.
Paradiso
Nadat Van Boxtel op zijn elfde een krantenknipsel over Hells Angels in de Verenigde Staten onder ogen had gehad, ziet hij jaren later op de trap in Paradiso een man voor hem uit lopen met op de achterkant van een oud spijkerjack de letters “Hells Angels A’dam”. Dat was Bertus van der Zee, volgens Van Boxtel ‘de eerste Hells Angel in Nederland’.
In “Wampie” op de Wijttenbachstraat besloten Van Boxtel en zijn vrienden De Kreidler Ploeg Oost om te dopen in Hells Angels Amsterdam. Wampie (inmiddels lang gesloten) was toen nog een onschuldige snackbar, later een “buurtkroeg” slash pleisterplaats van criminelen van het zwaarste allooi.
Hamburg
Maar een Hells Angels word je niet zomaar. Tijdens een tripje naar Hamburg waar de Amsterdamse vrienden hopen op een warm onthaal van de plaatselijke brothers worden ze in elkaar gerost. Je kan jezelf niet ongestraft uitdossen met de “colors”.
Rossen doen de Amsterdamse Hells Angels in Nederland zelf buitengewoon geregeld, aldus het boek. Vooral in het uitgaansleven is een conflict snel ontstaan. Optredens van Long Tall Earnie and the Shakers en de Doobie Brothers worden verstoord. Van Boxtel en zijn vrienden stappen het podium op om bij de artiesten verhaal te halen. Ze voelen zich in de kuif gepikt over opmerkingen of gedrag van de bandleden naar de Angels toe.
Een schoolfeest van een Amsterdamse scholengemeenschap wordt verstoord, leraren worden mishandeld en een vrouw tegen de grond getrapt.
Jeugdzaken wil een clubhuis
Rechtse haters van uitwassen van “linkse” bestuurscultuur kunnen hun hart ophalen in de passages waar Van Boxtel in zijn boek de contacten met het “linkse” gemeentelijk bestuur in Amsterdam behandelt.
Tussen de gewelddadige weekenden met mishandelingen en ander geweld van Hells Angels, in Amsterdam en verre omstreken, zijn er regelmatig gesprekken op het Amsterdamse stadhuis met een mevrouw Storm van Jeugdzaken. De gemeente wil de jongens een clubhuis geven. Ondanks dat er in die zomer van 1973 kort daarvoor op Texel dertien jongens, inclusief Willem, zijn opgepakt voor ernstige geweldplegingen.
Clubhuis
In 1974 is het zover. De Hells Angels krijgen 175.000 gulden subsidie en een clubhuis aan de Weespertrekvaart naast de toekomstige Bijlmerbajes, op een zandvlakte in de buurt van een paar vage bedrijfjes.
Het twintigtal Hells Angels in opleiding hoeft alleen nog wat te schilderen. Ze krijgen het er prima naar de zin. Binnen de kortste keren wordt aan gemeenteambtenaren de toegang ontzegd. Van het delen van de ruimte met andere jongeren komt niks terecht. Van Boxtel betrekt later een aanpalende woning.
Via Wallen-ondernemer “Zwarte Joop” de Vries krijgt Van Boxtel de mogelijkheid om op Oudezijds Voorburgwal 141 met een compagnon coffeeshop The Other Place te gaan uitbaten, later opent hij op de Wallen nog café Excalibur.
De hoogtijdagen van de Amsterdamse Hells Angels zijn begonnen, zeker als de club in 1978 erkend wordt als lid van de wereldwijde Hells Angels.
Joop van Riessen
Van Boxtel is een uitstekende netwerker, hij krijgt contacten in de top van de Amerikaanse Hells Angels en leert zo “Sonny” Barger kennen. Tegelijk slaat hij bij gelegenheid de Amsterdamse plaatsvervangend hoofdcommissaris Joop van Riessen op de schouder, en rekent de toen nog niet gevallen politiecommissaris Ad Smit tot de goede kennissen (Smit werd van verduistering vrijgesproken). Van Boxtel en Smit zagen elkaar, net als vele andere connecties van Van Boxtel, bij Ajax.
Ook Ine van Brenk, adviseur van de burgemeester, en toenmalig wethouder Edgar Peer, waren goede relaties van de Hells Angels topman.
Barend & Van Dorp
Al die joviale contacten met hoge (politie)ambtenaren speelden zich (ook) af in een periode dat er door journalisten werd gepubliceerd over afpersing door de Red Light Security Crew van de Hells Angels van ondernemers op de Wallen. Die journalisten werden hierover nogal onvriendelijk door Hells Angels bejegend.
In december 2000 was er de mishandeling van tv-presentator Henk van Dorp en anderen tijdens een inval door Hells Angels vlak voor de live-talkshow Barend & Van Dorp, waar Van Boxtel overigens niet bij was. Ook hier was het motief vermeende respectloosheid over Hells Angels.
Hij noteert in zijn boek dat deze actie een grote misrekening is geweest omdat hierdoor de club nog hoger op de bucketlist van justitie kwam te staan.
Klepper en Holleeder
Het is in die periode dat Van Boxtel de controle over de club aan het verliezen is.
Er ontstaat een club “binnen” de club, die zich ‘Het Setje’ noemt, van wie Harry Stoeltie het meest prominent was.
Van Boxtel zelf introduceerde Willem Holleeder, die weer drugshandelaar Sam Klepper op sleeptouw nam. Klepper was dol op motoren en was bijna volledig lid toen hij in 2000 werd doodgeschoten. Met Holleeder en Klepper waren de dodelijke intriges van de Amsterdamse penoze de club binnengekomen.
Vastgoedhandelaar Wim Endstra benaderde Van Boxtel niet lang voor zijn dood (in 2004) met de vraag of hij Willem Holleeder voor ‘een miljoentje’ zou kunnen liquideren, wat uiteindelijk leidde tot de verwijdering van Van Boxtel uit de club. Hoewel Big Willem zegt er nooit op gereageerd te hebben (zie hier).
Het Setje?
Het is over deze laatste periode als president van de Hells Angels Amsterdam dat de meeste vraagtekens rijzen, en waar Van Boxtel in zijn autobiografie er ook de handrem op houdt. Hij kondigt al aan op de eerste pagina’s van het boek zo min mogelijk namen te willen noemen.
Wat speelde er tussen het “Setje” en Van Boxtel? De naam van de invloedrijke Harry Stoeltie valt niet één keer. En wat was er aan de hand toen er in 2004 in Limburg drie “Nomads”, leden van een zusterafdeling van de Hells Angels, werden vermoord?

Geheimhoudersgesprekken
Over de beschuldigingen en verdenkingen van drugshandel die volgens de politie, en een kroongetuige, vanuit het hoofdkwartier in Amsterdam zou hebben plaatsgevonden houdt Big Willem zich geheel op de vlakte. De zogenoemde Acroniem-zaak, waarin hij samen met de top van de Amsterdamse Hells Angels terechtstond, ging geheel van tafel. Er dook plotseling een map met geheimhoudersgesprekken op, gesprekken van advocaten, die de politie om onduidelijke redenen had bewaard.
De Hells Angels verloren wel hun clubhuis. Van Boxtel sloot zijn cafés op de Wallen, maar won in 2022 een witwaszaak over 1,7 miljoen euro die in Zwitserland op de bank stond.
Van Boxtel veegt in zijn autobiografie zelf de Acroniem-zaak van tafel. Hij zwijgt over de verdenkingen tegen hem en anderen over het leiding geven aan een criminele organisatie.
Gezellig houden
Het gaat er minder om wie je bent dan wie je kent, die spreuk is Van Boxtel op het lijf geschreven, zo noteert Olling tegen het einde van het boek.
Namen genoeg in het boek, ondanks Van Boxtel’s voornemen er weinig te noemen. Erg diep gaat hij niet in op zijn relaties met die mensen. Namen van prominente clubleden ontbreken goeddeels.
Van Boxtel wilde het op zijn oude dag kennelijk gezellig houden.
Zie ook een interview met Big Willem:
Ex-Hells Angels president Big Willem: ‘Mensen wilden andere dingen doen met de club’
Oud-Hells Angel Harry S. moet 9 ton aftikken